Waar de CO2 in plastic vandaan komt
Maar wat heeft de CO2-prijs te maken met de productie van kunststoffen? Behoorlijk veel, want er worden broeikasgassen geproduceerd tijdens de hele levenscyclus van een ton plastic, omdat er voor elke stap energie nodig is: tijdens de productie van het primaire plastic en zijn precursoren, tijdens de verwerking van het plastic tot producten en tijdens de afvalverwerking. Uit een onderzoek dat in februari 2022 door het Zwitserse Federale Instituut voor Technologie (ETH) Zürich werd gepubliceerd in het paper “nature sustainability”, blijkt dat de koolstofvoetafdruk van kunststoffen in 2015 2 GtCO2 ebedroeg, wat overeenkomt met 4,5% van de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen. Met 1,7 GtCO2e nam de verbranding van fossiele brandstoffen om energie op te wekken voor de wereldwijde productie van kunststoffen het leeuwendeel voor zijn rekening. De koolstof in kunststoffen is gelijk aan 890 MtCO2e — de hoeveelheid die zou worden geproduceerd als alle kunststoffen uit 2015 zouden worden verbrand.
Met andere woorden, er is twee keer zoveel koolstof nodig als brandstof voor de productie van plastic dan er in het plastic zelf zit. De reden voor de hoge hoeveelheid CO2e die vrijkomt bij de productie van kunststoffen is eenvoudig te verklaren. Tussen 1995 en 2015 verschoof de productie van kunststoffen steeds meer naar op steenkool gebaseerde economieën zoals China, Indonesië en Zuid-Afrika. Deze wekken een groot deel van hun energie op uit steenkool. Deze landen exporteren vervolgens de kunststoffen die daar worden geproduceerd — voornamelijk naar de EU en de VS. Uit het onderzoek bleek ook dat het grootste deel van de uitstoot van broeikasgassen door kunststoffen — ongeveer 96% — wordt gegenereerd tijdens de productie van kunststoffen. De verbranding van het materiaal en de energie die nodig is voor recycling zijn daarentegen slechts goed voor 4%.
Manieren om CO2 te verminderen en kosten te verlagen
Er zijn maar twee manieren om de uitstoot van broeikasgassen door kunststoffen te verminderen: ten eerste door kunststoffen te recyclen. De enige CO2-uitstoot is de energie-input van fossiele brandstoffen die nodig is om het materiaal te smelten en samen te stellen. De tweede manier is het gebruik van hernieuwbare energiebronnen. Dit komt omdat ze geen broeikasgassen uitstoten. De ideale oplossing ligt voor de hand: recycling in combinatie met hernieuwbare energie. Ter vergelijking: de productie van één ton van het recyclaat PA6.6 ENTRON eco A genereert 0,285 kgCO2eals grijze elektriciteit — d.w.z. elektriciteit van onbekende oorsprong — wordt gebruikt. Daarentegen produceert een ton PA6.6 in nieuwe staat gemiddeld 7000 kgCO2e. Als er elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen wordt gebruikt, is de CO2e‑uitstootbij de productie van ENTRON eco A bijna nul.
De berekening voor de eindklant is eenvoudig: als één ton CO2e in 2022 30 euro kost, dan is de CO2-prijsstelling voor nieuw PA6.6‑materiaal gemiddelde extra kosten genereren van 210 euro per ton — en dit zal elk jaar toenemen naarmate de CO2-prijs duurder. Met ENTRON eco A daarentegen is het slechts 8,55 euro per ton, zelfs met grijze stroom. Aangezien ENNEATECH sinds 2022 gebruik maakt van hernieuwbare energie uit wind- en waterkracht en proceswarmte, bespaart dit nog eens 1,7% van de vraag naar fossiele brandstoffen. Dit vermindert de CO2-De koolstofvoetafdruk van de producten wordt ook direct verminderd door deze factor.
In Italië is het al zo dat de staat een belastingvermindering toekent in overeenstemming met de lagere hoeveelheid CO2e verleend door ENTRON eco A. Hoe lager de broeikasgasemissies in vergelijking met nieuwe goederen, hoe hoger de terugbetaling. Ook in Duitsland is een kunststoftaks te verwachten. De basis hiervoor is de Taxonomieverordening van de EU, die een centraal onderdeel vormt van de Green Deal van de EU. DIN Spec 91446 kan worden gezien als een stap in de richting van een plasticbelasting. Het regelt de informatie over de hoeveelheid CO2e van gerecyclede goederen in vergelijking met nieuw materiaal en legt zo de basis voor toekomstige belasting op plastic.